Noorwegen (Scandinavië 3/6)

Gepubliceerd op 1 augustus 2022 om 18:38

De rest van de route richting Zweden is hemelsbreed kort maar door de geologie van Noorwegen is die route niet mogelijk. Bij iedere oostwaartse zet moet ook naar noord en zuid worden gereden. Zo fietsen we nog een flink stuk door het land.


De eerste dag begint goed: bij vertrek 's ochtends uit Skien hebben we naar het zuiden fietsend flink de wind in de rug. Halverwege de dag kunnen we langs de kust een eindje oostwaarts doen en de wind draait keurig mee zelfs tot laatste stuk noordwaarts. Het slechte nieuws is dat Harry's derailleur toch niet helemaal oké is. De hoogstgewaardeerde kleinste versnelling is helaas niet bruikbaar. De wind helpt een heel klein beetje. 

We fietsen vandaag door Stavern en Larvik en kijken om ons heen of we rechercheur William Wisting en zijn dochter journalist Line zien, maar die zijn waarschijnlijk druk met andere dingen. 

Camping Granholmen ligt op een eilandje een stukje onder Sandefjord. We krijgen een heel aardig plekje toegewezen tussen een Nederlands setje fietsers en een Nederlands setje motorrijders. Het wordt op dit tentjes-deel van de camping een stuk drukker als twee Noorse overmaatse zussen verschijnen en tussen de hierboven omschreven "Nederlandse driehoek" een overmaatse tent opzetten voor hen en hun stuk of zes potige koters. Ze brengen al met al aardig wat leven in de brouwerij. Ons deert het niets en omdat het kan, halen we opnieuw een "picknick"-bbq om de terugkeer van het mooie weer te vieren.

 

boulevard Tønsberg

 

De wind kan ons niet altijd zo gunstig gezind zijn. De dag daarop fietsen we eerst noordwaarts via het leuke Tønsberg (foto) naar Horten waar de boot nemen en vanaf Moss zuidwaarts fietsen. We hebben de hele dag tegenwind. Eigenlijk waait de wind exact zo als gisteren. 's Ochtends waait de wind uit het noorden en 's middags uit het zuiden. 

in Horten steken we het Olsofjord over met een veerdienst. We hadden een plan om bij Moss naar een DNT camping te gaan, een overnachtingsplek voor trekkers in het bos met een shelter waar mogelijk een pit-toilet en hout voor kampvuur is. We moeten nog een kilometer of drie als blijkt dat de route door het bos een ongelooflijk moeilijke wandelroute over hoge rotsen is. Daar wagen we ons niet aan en daarom fietsen we verder zuidwaarts.

 

Het enige alternatief, dat nog een plek voor een tentje aanbiedt, is camping Larkollen, iets van 25 km verderop. Daar betalen we 420 kronen (€42) voor en is daarmee onze duurste overnachting op een camping ooit en daarom dansen we de horlepiep bij een prachtige zonsondergang, die gelukkig bij de prijs was inbegrepen.

 

In Frederikstad gaan we op zoek naar een elektronicawinkel. We zijn het snoertje 'usb C naar usb C' verloren waarmee we powerbank snel kunnen opladen. We hadden een mini variant en het snoertje vaart waarschijnlijk sindsdien heen en weer op het veer tussen Horten en Moss. Daar hebben we 'm namelijk voor het laatst gezien. Het snoertje is het eerste attribuut dat we verliezen en we zijn al twee weken onderweg. We zijn benieuwd hoe lang dat lijstje wordt. Bij een telefoonzaak vinden we lomp zwaar, duur en lang snoer. Niet heel geschikt maar wel veel moeilijker te verliezen. 

 

Voor het stadje Halden zien we industriële hoogbouw. Dat wekt onze nieuwsgierigheid en we vinden later uit dat de in aanbouw zijnde toren 150 m hoog moet worden en daarmee de hoogste toren van Noorwegen zal zijn. De toren is dus industrieel (één blok beton, geen ramen oid) en wordt gebruikt om kabels voor onderzee te testen, alhoewel we ook enige borstklopperij van het kabelbedrijf vermoeden. Hij komt namelijk naast een al bestaande toren van circa 130 meter hoog te staan. Voor Harry zijn de torens een afschuwelijke dissonant in de natuurlijke omgeving. Roelie vindt ze een indrukwekkend staaltje architectuur.


Vlak voor Halden is het even stevig klimmen om daarna af te dalen tot zeeniveau en vervolgens direct aan de andere kant van een rivier, die in Halden in zee uitmondt, meteen weer naar 100 meter hoogte te klimmen. Daarboven op een hoge rots ligt een stoere vestingsburcht en op het terrein is een camping gelegen.

 

Opnieuw krijgen we een mooie plek op de camping. Alhoewel 'krijgen'; we wijken wat af van het aangewezen tentenveld met (ook) campers en vinden een hoger gelegen vlak plekje tussen de bomen en rotsen waar ons tentje precies tussen past. Als koningen op de apenrots kijken we op de camping neer. Als de tent staat, dalen we af naar zeeniveau om boodschappen te doen om daarna opnieuw weer die 100 meter te klimmen. We hebben extra gewicht (een paar blikjes bier, een zak ijs en -jawel- een picknick-bbq) en wilden eerst weten of de klim überhaupt te fietsen was voordat we boodschappen gingen halen.  

's Nachts stoot Roelie,de koningin van de apenrots, met twee blikjes bier achter de kiezen haar teen tegen een rots. Bij het toiletgebouw blijkt er snee onder de teen te zijn ontstaan. De slipper en de voet baden in het bloed. Het lijkt allemaal erger dan het is. Pleister erop en klaar (al loopt ze de dag erop wel een beetje als die charmante presentatrice van Lingo). 

De lege blikjes, waarop 20 eurocent statiegeld zit, brengen we de volgende dag terug naar de winkel beneden. Daarna fietsen we langs de rivier en merken tot onze verbazing dat de weg aardig omhoog loopt. De fietsroute nr 9, die we volgen, loopt eigenlijk door over de camping maar wij zijn dus terug gefietst. De fietsroutes sluiten op elkaar aan maar dan ook op dezelfde hoogte. We klimmen dus in de ochtend 100 extra hoogtemeters voor het recyclen (en statiegeld) van een paar blikjes. Nobel want duurzaam, maar niet slim, want ook op het aansluitpunt staat een supermarkt waar de blikjes ingeleverd hadden kunnen worden; net zo duurzaam een een stuk slimmer. 

Na 30 kilometer fietsen ploffen we neer bij de picknicktafel van een supermarkt en worden we door een aardige man aangesproken en uitgenodigd om iets verderop bij hem thuis een kop koffie te komen drinken. We hebben vandaag niet zo heel veel zin om ver te fietsen en gaan graag in op het aanbod van Håkon.

 

We ontmoeten bij Håkon thuis ook zijn partner Johanna, de kat, ijsjes voor bij de koffie, de boom met rijpe maar zure kersen, de schuur vol met te verkopen houtenvloerdelen en zijn moeder, die binnenkort het hoofdgebouw verruilt voor een seniorenwoning in de stad. We blijven lang plakken en bevragen ze over Noorwegen en zij ons over onze reiservaringen en Nederland. Dankbaar voor hun gastvrijheid nemen we uiteindelijk afscheid en fietsen nog een laatste stuk naar de camping bij Ørje. 

Camping Sukken boven Ørje is weer eens wat anders: een enorm leeg terrein, gedateerde voorzieningen en zichtbaar en hoorbaar (en later voelbaar) veel muggen. Althans bovenop de helling aan de bosrand waar wij ons tentje hebben opgezet; dat leek ons een prima plek bij een picknicktafel en handig bij een nachtelijk plasje (het toilelgebouw ligt 300 meter terug). Er komen gasten na ons: een groep motorrijders komen het dichts bij ons staan op nog steeds zo'n 100 meter afstand. Wat een ruimte ineens op een Noorse camping in het hoogseizoen.

 

Het wordt onze laatste nacht in Noorwegen. We gebruiken een hulplijn om het vervolg van de route in Zweden te kunnen plannen. Sinds kort laat de app MapOut helaas de geplande route (waaronder de European Divide Trail) niet meer zien. Roelie's ouders worden gevraagd om via de computer de route in Google maps te zetten. Zo kunnen we zoeken waar op de route kampeerplekken en winkels zijn. Het lukt en we besluiten na Setskog de grens over te gaan. Een kleine afkorting ten opzichte van het oorspronkelijke plan om noordelijker naar Charlottenberg te fietsen. Eigenlijk fietsen we sinds Halden omhoog dicht langs de grens om straks in Zweden weer omlaag te fietsen. We zijn hoog genoeg, vinden we nu.

 

In de laatste kilometers in Noorwegen worden we getrakteerd op de eerste vermeldenswaardige wasbordjes en dan volgt het grensbord en zijn we in Zweden!

 

Het eerder verwachte recherchewerk in complexe moordzaken in Noorwegen is naar onze mening beperkt gebleven. Op de camping van Halden stond een grote tent met een Nederlandse auto ernaast zonder volk van halverwege de middag tot 's avonds laat. Daar dachten we beet te hebben, maar vanuit het niets waren de volgende ochtend vroeg mensen bij in de weer rond tent en auto. Dubbel gevoel. Misschien kunnen we in Zweden ons detective hart ophalen. 

We hebben genoten van Noorwegen: wat een natuur!! Overweldigend, bijna zo mooi als Patagonië en Canada. Maar we hebben ook maar alleen door het zuidelijk deel van Noorwegen gefietst, wellicht is het noordelijker/westelijker nog mooier. Voor de rest zal Noorwegen ons bij blijven als een duur land: doe de verdubbelaar maar aan voor zowat alles. De campings konden ons niet bekoren: te vol, duur, grotendeels permanente staplaatsen met caravans met idiote uitbouw en niet echt bicycle-friendly, maar we hebben bij een aantal toch op best mooie plekjes gestaan. 

 

Het land biedt zo veel ruimte, water, waterkrachtenergie, kerstbomen, schone lucht en een volledige afwezigheid van mega-stallen. Toch zijn de schappen in de supermarkt vol. Hoe doen ze dat? De akkerlanden worden een enkele keer gebruikt voor een groepje koeien maar vaker voor voedsel voor mensen: zo'n beetje alle soorten graan. Frambozen en bramen groeien langs de kant van de weg en kunnen legio geplukt worden. De Noren zelf kopen ze in de winkel... 


Daarentegen wordt met al die ruimte het land voor ons gevoel in de zomer overspoeld door campers; het aantal wegen is natuurlijk beperkt en daarop het het vaak "treintje-rijden" met campers. Alsof Noorwegen een attractiepark is. De mogelijkheden om te wildkamperen zijn ons tegengevallen; daar hadden we meer van verwacht, want Noorwegen kent het  allemannsretten (het recht om ergens te overnachten in de natuur). De oevers van de meren zijn echter voor 99% niet geschikt om je tentje op te zetten. Heel af en toe is er een mooi vlak plekje, dat echter telkens al ingenomen was door een of meerdere campers.

 

We zijn nauwelijks op hoogte geweest maar hebben een hoog aantal hoogtemeters mogen noteren (en overwinnen). Fietsen door Noorwegen is continue klimmen en dalen. Het is nooit vlak. Het landschap is prachtig maar wisselt nauwelijks. Veelal fietsten we langs meren, door bos of langs graanvelden. Alles is schoon en keurig onderhouden. Er ligt geen afval in de bermen of rond picknick tafels. Noorwegen is netjes. 

Dus mixed feelings over het fietsen door Noorwegen, maar we hadden dit nooit willen missen!!