Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina

Gepubliceerd op 29 juli 2018 om 16:35

Algemeen

Voor fietsers is het goed te weten dat campings dun bezaaid zijn in Slovenië, Kroatië en Bosnië-Herzegovina. Als je wilt kamperen is raadzaam om je route daarop van te voren af te stellen. Iets wat wij niet gedaan hadden. We zochten elke dag een kampeerplek voor de volgende dag op Google Maps en Maps.me. Het bleek toch elke keer een hele opgave te zijn om in de buurt van onze route, op een dagafstand, een kampeerplek te vinden. Wildkamperen is in Slovenië en Kroatië verboden en we hebben niet uitgeprobeerd hoe streng de autoriteiten hierin zijn. Mede door de dagelijkse onweersbuien hebben we in Slovenië, Kroatië en Bosnië vier keer niet in ons tentje, maar in een halve stacaravan, een B&B en een hotel (2x) geslapen. 

 

We hadden ons verheugd (en ingesteld) op lagere prijzen na Oostenrijk: dat klopt! Het wordt alsmaar goedkoper op onze route door deze landen. Onze kosten aan dagelijkse boodschappen zakken flink naar beneden, maar de kosten aan overnachtingen niet. Dat komt dus doordat we niet altijd gekampeerd hebben, maar ook omdat de campings toch nog relatief duur zijn en/of -bij gebrek aan aanbod- hoge prijzen durven te vragen. We waren tussen de €15 en €30 kwijt. Er zijn ook geen speciale tarieven voor kampeerders met een tentje en twee fietsen. Logisch, kamperende fietsers hebben wij niet gezien. Een en ander zorgt ervoor dat we (te) vaak boven ons dagbudget uitkwamen. 

 

Na de drukke fietslanden achter ons kunnen we nu afscheid nemen van andere vakantiefietsers: in deze landen zijn we geen enkele andere fietser "van dit soort" meer tegen gekomen! 

 

Na Oostenrijk komen we nu in landen met een taal waarvan we zo goed als niets verstaan. Borden, teksten, gesproken woord: we begrijpen er niets van. Dat voelt toch best vreemd. Ook zijn we in elk land best kort aanwezig om je echt te kunnen verdiepen in de taal, maar "goedendag, dankjewel, tot ziens" proberen we wel direct onder de knie te krijgen. Gelukkig lijken die woorden op de Balkan best op elkaar. Verder hopen we dat we met Engels en Duits een heel eind zouden komen. We zullen zien.

 

Slovenië

Slovenië is een mooi land om te fietsen: het is bergachtig maar niet te zwaar. Er zijn lange afstand fietsroutes en keurige fietspaden met picknick plekken inclusief waterkraantje. Dit alles lijkt recentelijk te zijn aangelegd en regelmatig zien we een bord dat we dit mede aan de EU te danken hebben. Wat wij zeker nog een keer willen gaan doen is het aan elkaar gekoppelde landsbrede netwerk van mountainbike routes gaan fietsen (maar dan als echte minimal bikepackers). 

De Sloveniërs zijn een mooi volk, open en Europa minded, over het algemeen goed Engels sprekend (krijgt de voorkeur boven Duits) en relaxed/happy, maar misschien kwam dat ook omdat we op vrijdag en zaterdag door dit land fietsen. Op de drukke wegen houden ze in goed rekening met jou als fietser.

 

We steken de Slovenische grens over onder het Karintische stadje Bleiburg. Slovenië maakt al een tijd deel uit van de EU, dus bij de grens zien we niemand. Na de rust, stilte van de dorpjes Oostenrijk lijkt Slovenië druk en chaotisch. Er zijn ondanks de drukkende hitte veel mensen op straat, in de tuin en bij de cafeetjes en winkels. Er zijn, althans in het deel waar wij fietsten, nauwelijks toeristen en zeker geen vakantiefietsers.

 

Het aantal supermarkten en terrasjes is enorm. De eerste dag in Slovenië komen we via een prachtige afdaling in de stad Velenje terecht. Het begint te regenen als we aankomen en in de regen fietsen we naar de camping. Helaas blijft het de hele avond hard regenen en we kiezen ervoor om in een halve stacaravan te overnachten. Het heeft een douche en toilet. Dat kost €30 (plus €10 schoonmaakkosten) terwijl een tentje opzetten ons €26 zou kosten. We hebben gigantische honger en op het overdekte terras bestellen we uiteindelijk drie diepvriespizza’s. 

 

De dag daarop fietsen we via het oude en leuke centrum van Celje (de tweede stad van Slovenië) naar de andere camping die we op onze route door dit land hebben kunnen vinden: Kamp Natura. Het is niet echt ingericht voor tenten, maar eigenlijk alleen voor campers. Verder zijn er veel vakantiehuisjes en twee grote, volledig met een hoge schutting, omgeven terreinen voor glamping waar mensen alle luxe hebben (tot “room”-service aan toe) en toch een kampeergevoel kunnen hebben. Wij kunnen ons er niets bij voorstellen.De hoge schutting en poort, waar je alleen met pasje naar binnen kan, geeft ook een vreemd gevoel van klasse-onderscheid of een gated community.

 

De camping grenst direct aan een druk waterpretpark. Als we aankomen begint het opnieuw stevig te regenen. Op onze plek zetten we snel de tent op een stukje gras naast het betonnen vak bedoeld voor de camper. Onze buren met een bungalowtent hebben hetzelfde idee, met als gevolg dat we zo'n beetje elkaar haringen kunnen gebruiken: dat wordt vannacht met oordopjes slapen. Zodra het tentje staat, fietsen we tussen de buien door naar een nabij gelegen café en kijken droog en warm naar de Tour de France. 

 

Kroatië

Bij de grens met Kroatië mogen we voor de eerste keer ons paspoort laten zien om toegang te krijgen. Het riviertje dat de grens vormt is afgezet met een hoog hekwerk met vervaarlijk prikkeldraad. Vreemd, want ook Kroatië maakt deel uit van de EU. Het heeft wel nog zijn eigen munt, de Kuna waarvan er ongeveer 7,5 in een Euro passen. In Kroatië worden we ook voor het eerst geconfronteerd met van het erf afstormende honden. Ze willen ons graag in de kuiten bijten zolang we voort fietsen; als we stoppen of soms alleen maar snelheid verminderen, schrikken zich een hoedje en druipen ze, onder blaffend protest, af. Dit hoort er bij en iedere wereldfietser heeft daar ervaring mee. Toch wordt de nordic walking stick binnen handbereik geplaatst, je weet immers nooit of er echt een valse tussen zit...

 

De heuvelachtige route die ons door Slovenië bracht, houdt na de grens nog een tijdje aan. Achter ons ontstaan weer dreigende onweerswolken die ons motiveren om een stevig tempo erin te houden in de richting van Zagreb. Na 60 km zien we de eerste tekenen zien van de naderende grote stad. In eerste instantie voelt het alsof de stad van 1 miljoen eigenlijk wel 2 miljoen inwoners kan hebben. Er staat veel leeg, veel is vervallen en grauw. Het ziet er allemaal niet uitnodigend uit. We fietsen zeker nog ruim 10 km door de stad voordat we het historische centrum bereiken. Wat een verrassend ander beeld! Mooie gebouwen, leuke intieme kleinschaligheid, veel kleur, gezellige terrasjes en toeristen. De eerste toeristen die we zien vandaag en het zijn er meteen heel veel! We zoeken een tijdje tevergeefs naar een Tourist Information, maar Maps.me en Google Maps raken het spoor helemaal bijster als we na een honderden meters lange, in een rots uitgehouwen tunnel, in een leuke wirwar van straatjes, steegjes en trappen terecht komen. In de tunnel hangt een bord dat er niet gefietst mag worden. We zien het maar als echte Nederlanders vinden we dat natuurlijk flauwekul en fietsen door. Achter de geopende ingangspoort zit echter een ambtenaar verstopt, die ons direct een halt toe roept. Of we het bord niet hebben gezien! Welk bord...? Oww, dat bord! Sorry ;-)

 

We kunnen helaas niet lang in dit leuke centrum blijven en moeten door, want we hebben buiten de stad een Bed & Breakfast geboekt en het is al laat in de middag en de donderwolken worden groter en groter. Net voordat al het geweld losbarst bereiken we de BenB, die direct naast de snelweg ligt. Het lijkt meer een pension of 2 sterren hotel en heeft zeker 8 kamers. De man die voor ons opendoet lijkt in eerste instantie niet blij met ons te zijn en ons niet te verwachten. Met veel gezucht wijst hij onze kamer en met veel gemopper, rollende ogen en een schuddend hoofd staat hij toe dat we onze fietsen binnen stallen. Later op de middag trekt hij overigens bij en wordt hij vriendelijker. We zullen hem vast uit een middagdutje hebben gehaald.  In onze kamer genieten we van een salade met Bulgur en een wijntje dat we van de Lidl aan de rand van Zagreb hebben meegenomen. We hebben een balkon, dat echter wordt gegeseld door de onweersstorm. 

 

De volgende ochtend krijgen we een geweldige omelet voorgeschoteld, met brood, zoetigheden en koffie. Stiekem verbazen we ons want dit hotel/pension/BenB kost ons maar €38. De man is inmiddels heel vriendelijk en biedt Roelie een kroatische hoofddoek aan dat de WK finale heeft overleefd. Veel auto’s rijden nog rond met de rood-wit geblokte vlaggen, identiek aan de Brabante vlag. We grappen dat het allemaal gebeurt ter ere van die 2 fietsers uit deze Nederlandse provincie. 

 

We fietsen verder door een deel van Kroatië dat niet mooi is, maar misschien wel het echte Kroatië laat zien: lelijke huizen die in de meeste gevallen niet zijn afgebouwd, leegstaande verlaten huizen die volledig vervallen en overwoekerd zijn. De jongvolwassenen zijn op één hand te tellen...: Krimp en oorlog hebben hier flinke sporen achtergelaten en de armoede is tastbaar. Bij de grens met Bosnië krijgen we de eerste stempels van onze wereldreis in onze paspoorten gezet en fietsen we voor het eerst (de 10 km door Zwitserland even niet meegerekend) een niet-EU land binnen: Bosnië-Herzegovina!

 

Bosnië-Herzegovina

We steken na de middag de grens over bij het stadje Bosanska Gradiska en na een halve dag houden we al van dit land! Wat een leuke chaos heerst er. In Bosnië is veel niet geregeld, dus in principe niet verboden, oftewel toegestaan. Dat geldt ook voor wildkamperen (maar bijvoorbeeld ook voor roken in een restaurant, helaas). Het verkeer is chaotisch en getuige de ontelbare gedenkstenen van vaak jonge mensen langs de wegen, ook niet ongevaarlijk. Inhalen is hier een kunst, een gokspel of een sport; we weten het niet. We zijn voor het eerst blij met onze spiegel op het stuur en besluiten ze goed in de gaten te houden.

 

We zien heel veel auto's met EU-nummerborden: met name uit Duitsland, Oostenrijk en Zweden. Het zijn echter geen toeristen maar voormalige arbeidsmigranten en/of vluchtelingen die elke zomer hun vaderland en familie weer komen opzoeken. Regelmatig worden we door deze mensen aangesproken en geholpen als er taalproblemen zich voordoen.

 

We fietsen eerst naar het oosten richting een natuurreservaat, waar we ons tentje aan de oevers van een meer hopen op te zetten. Het is drukkend warm en we zijn aardig verhit als we het reservaat bereiken. Er blijkt ook een openluchtbad te zijn dat het midden houdt van een natuurlijk meer en een door mensen aangelegd zwembad. Het is omheind, heeft douches en toiletten, ligbedden en... een bar! Nadat we een biertje hebben gedronken trekken we onze stoute schoenen aan en vragen de eigenaar (in het Duits) of we hier vanavond mogen overnachten en onze tent op het terrein mogen opzetten. "Geen probleem, ik sluit straks en zie jullie morgenvroeg weer". Wowww: we hebben een gigantisch recreatieterrein voor ons alleen vannacht!!!

 

Ons doel van de volgende dag is een dorpje dat Kulasi heet. Er stroomt een riviertje waar we op de oever hopen te kamperen. Het dorpje heeft een mini-market, waar we onze boodschappen voor de avond en volgende ochtend kunnen doen. De route is prachtig! We fietsen door een mooi heuvellandschap met continue klimmetjes en afdalingen. Het zijn "achteraf"-weggetjes en gravelpaden, dus nauwelijks een auto te bekennen.

 

De trend in Nederland om zelfvoorzienend te zijn, is in Bosnië een normaal leven. Een standaard ruim vrijstaand huis heeft een waterput, hout, moestuin, fruitbomen, een koe aan een touw en kippen. Ergens staat wat mais te groeien. De kolven worden bewaard in smalle hoge houten schuurtjes. Er vliegen heel veel mussen en zwaluwen rond. We zien de mensen vaak rond het huis aan het werk. Grasmaaien lijkt een grote hobby. De gazonnetjes rond het huis zien er vaak als een biljartlaken uit. Kleurrijke bloemen omzomen de perceeltjes. Wat een eenvoud, en wat een weelde! De mensen rijden in oude barrels, zoals de in Nederland populaire oldtimer volkswagenbusjes, die in Nederland geen Apk keuring zouden doorstaan.

 

Het hete drukkende weer maakt de route wel extra pittig en we zijn blij als we na 65 kilometer Kulasi bereiken. We doen onze inkopen en gaan, voordat we de tent opzetten, eerst genieten van een opfrisbeurt in het riviertje en daarna een blikje bier aan de oever. Boven ons wordt de lucht inktzwart en we besluiten nog even te wachten met het opzetten van de tent. Na een half uur wordt de lucht echter heel vriendelijk met grote stukken blauw. Er hangt nog één donkere wolk, maar dat mag geen naam hebben. Denken wij... Het begint te druppen, maar we verwachten dat dit snel overwaait. Niet dus. Binnen no-time begint het te onweren, stormen, bliksemen en donderen. We vluchten in onze zwemkleding naar een dichtgetimmerd huisje met aan 4 zijden een middelgrote overkapping. Het spookt, regent en stormt echter vanuit alle richtingen en welke zijde we ook kiezen: we worden kletsnat. Het wordt kouder en we beginnen te bibberen. De fietsen, met daaraan onze handdoeken en uitgespoelde kleren staan hulpeloos in dit onverwachte natuurgeweld. Er zit niets anders op dan dit te doorstaan en elke keer van een zijde van het huisje te veranderen als de wind weer eens vanuit een compleet andere hoek komt. Een half uur later trekt het noodweer verder. Alles is nat, inclusief wijzelf. We besluiten de natte kleding aan te doen en als twee verzopen katten fietsen we naar een café waar we ons op de WC omkleden. We twijfelen vervolgens wat we zullen gaan doen: gaan we toch nog onze tent opzetten of gaan we naar een hotel bij een kuuroord aan de rand van Kulasi. Het hotel lijkt goedkoop, maar bij navraag blijkt het aantrekkelijke tarief dat we op internet vonden een prijs per persoon te zijn. Oké, we zetten gewoon onze tent op de kletsnatte oever en koken ons eigen potje. Wat volgde was een heerlijke avond en een prachtig ontbijt op de oever in het prille zonlicht met hertjes om ons heen. Al deze ervaringen zorgen er voor dat we ons minder snel laten ontmoedigen door onweer of weersverwachtingen die "hel en verdoemenis" voorspellen. In deze bergachtige streken is het een kwestie van afwachten, de lucht in de gaten houden en op tijd een goede schuilplek vinden. Daarna gaat de zon weer schijnen!

 

Onze tweede volle dag in Bosnië-Herzegovina brengt ons naar Lukavac, waar zowaar een camping te vinden zou moeten zijn die niet ver van onze route ligt. De camping ligt aan een meer vlakbij deze lelijke stad met grauwe industrie en armoede. Na een bezoek aan een supermarkt leggen we de laatste kilometers af tegen een helling met een percentage van 12 tot 15%. Wat volgt is een oase van rust, groen en in de verte een prachtig meer. En een slagboom. Die dicht is. Na 5 minuten zwaaien weten we de aandacht te wekken van een meneer die honderd meter verderop in een soort dwerg-kiosk zit te dutten. Hij ziet ons en neemt nog eens vijf minuten de tijd om onze kant op te sloffen. Nadat we zijn vraag of we maar één nacht hier komen overnachten met een aarzelend ja hebben beantwoord, doet hij de slagboom open en geeft ons alle vrijheid om een prachtige plek tussen de bomen aan de rand van het meer uit te kiezen. Het meer heeft een soort dagrecreatiestrand, dat echter geheel leeg is op een lawaaierig aggregaat en een tiental potige kerels met auto's, een bus en drie boten na. Huh? Achteraf blijkt dat er drie dagen geleden een man is verdronken in dit meer en dat er sindsdien door de politie verwoede pogingen worden gedaan om deze man te vinden. Zolang dat niet het geval is, is het meer verboden gebied. We kijken de hele middag naar de zoektocht, die bij schemering zonder resultaat wordt gestaakt.

 

Tegen de avond arriveert er nog een Belgisch gezin met een klapkar (vouwwagen). Het gezin komt uit Mechelen, België en is naast papa en mama, vier geweldig lieve mooie dochters rijk. De naam van de oudste dochter zullen we nooit vergeten: Harte. Ze trekken dit jaar naar Servië, naar een nationaal park dat Tara (-gebergte) heet. Dat zou heel mooi en ongerept zijn. Daar hadden we ook iets over gelezen en we besluiten nog diezelfde avond om in Servië direct van de route af te wijken en het Tara-gebergte te bezoeken. 

 

De volgende ochtend praten we nog best lang met deze lieve familie uit België en vertrekken vrij laat richting Zvornik (of Drovnik zoals Harry de hele dag blijft zeggen). Zvornik ligt 75 km verderop, maar het hoogteprofiel laat ons een paar pittige uitdagingen zien. Wat volgt is alweer een mooie etappe door dit prachtige land met mooie mensen die naar ons zwaaien vanuit hun auto of vanaf hun veranda. Rond het middaguur worden we geconfronteerd met onze dagelijkse portie onweer. Zodra het met bakken uit de hemel komt vluchten we een erf op met een huis waaraan een flinke nieuw stuk wordt gebouwd. Er zitten drie mannen op een veranda en we vragen of we mogen schuilen onder een afdak van een schuur. Maar natuurlijk! Een minuut later worden we bij hen op de veranda uitgenodigd voor koffie en zoetigheden. Twee uur lang hebben we met elkaar proberen te communiceren met gebaren, foto's en gewauwel. Zij spreken geen woord Engels of Duits en wij geen woord, tja wat spreken zij: Bosnisch, Servisch of is dat hetzelfde? Het is onvergetelijk, maar het had nog mooier kunnen zijn als je elkaar wat meer begrijpt, kunt vertellen en kunt vragen...

 

Nadat we de laatste pittige klim van enkele kilometers met een hellingspercentage van 10% en een paar gestrande vrachtwagens goed hebben doorstaan, leidt onze route ons van de weg af voor de afdaling. Die afdaling zal ons nog lang heugen: kort gezegd, hij was schier onmogelijk en gevaarlijk, vol met rotsen, keien en geulen. De Great Divide Mountainbike Route is er niets bij. Thanks Bikemap.net: we hebben veel aan je te danken, maar op dit stuk hebben we je verfoeid. Gelukkig hebben onze fietsen (en wij) deze aanslag goed weten te doorstaan en rijden we uiteindelijk Zvornik binnen. We hadden gehoopt om in deze grensstad aan de oevers van de brede rivier Drina onze tent op te kunnen zetten, maar de stad is als het ware "gepropt" in een smal dal en de rivieroevers bieden hier geen mogelijkheden. Uiteindelijk besluiten we niet meer verder te fietsen, maar een goedkoop hotelletje op te zoeken in het centrum. We zijn uitgehongerd, dus we gaan eerst een lekkere pizza eten bij een van de drie pizzeria's die het stadje rijk is. Bij geen enkele pizzeria zien we echter iemand iets eten, er wordt alleen gedronken. We gaan de pizzeria binnen met de minste drinkers. Er zit een politieman met een man te kletsen. Aan de ober (en eigenaar denken we) vragen we: "pizza?". De man knikt heftig van ja en verdwijnt naar achteren; we denken om de menukaart met tientallen pizza varianten voor ons te halen. Hij keert echter niet meer terug. De politieman ziet onze vertwijfeling en steekt ons een hart onder de riem dat hij in Bosnië een pizza capricciosa heeft gegeten die lekkerder is dan in heel Italië. Hij vertrekt daarna vrij snel, onduidelijk blijft of hij die pizza in deze pizzeria heeft gegeten. Na een kwartiertje komt de ober/eigenaar met twee pizza's terug. Erop zit ham onder gesmolten kaas, een olijf en we krijgen er ketchup bij voor het "tomatengevoel". Belangrijkste is: het biedt ons calorieën! Het blijkt een pizzeria zonder keuzestress en geen capriciosa, haha.

 

Ons nieuwe "change-of-plan", het bezoek aan het Tara-gebergte, heeft geleid tot een aanpassing van onze route naar Servië. We blijven de volgende dag (en laatste dag in Bosnië-Herzegovina) de grensrivier Drina aan Bosnische zijde volgen totdat we 90 kilometer verder deze rivier oversteken naar Servië en nog een paar kilometer doorfietsen naar het stadje Bajina Basta. Daar is een tourist information center voor met name het Tara National Park. Gedurende de mooie rustige weg langs de rivier (5 kilometer ten zuiden van Zvornik zijn vrachtwagens en ander zwaar verkeer verboden over deze weg) stapelen de vragen die we aan deze tourist info willen stellen zich op: over kampeermogelijkheden (wild en regulier), mooie routes, het Tara-gebergte, de rest van onze route door Servië, en niet te vergeten over het activeren van onze eigen wifi hotspot. Een zogenaamde MiFi waar we prepaid mee kunnen internetten zonder een dure databundel van Vodafone aan te moeten spreken. Buiten de EU wil Vodafone het onderste uit je beurs voor weinig MB's (om van GB's maar niet te spreken). Dus welke provider heeft de meeste dekking en de beste aanbieding.  We hopen hier allemaal antwoord op te krijgen.

 

Onze volgende blog gaat over Servië en natuurlijk het National Park Tara (gebergte). We vinden het leuk als je ons blijft volgen.