Colombia 4: Medellin - Guaduas

Gepubliceerd op 25 december 2024 om 02:37

Wat is Colombia toch leuk! We hebben nog zo'n zes weken voor de boeg en vanuit de centraal gelegen miljoenenstad Medellin kunnen we alle kanten op, behalve naar het westen. Het westen is rood op de kaart van Buitenlandse zaken, oftewel: niet naartoe reizen. Bovendien landschappelijk vlak en zeker niet zo interessant en uitdagend. Dan blijft over noord, oost en zuid. Noord is heet en broeierig en daar krijgen we waarschijnlijk in Midden-Amerika nog wel genoeg van mee. Dus blijft over zuid en oost. Zuid? daar komen jullie toch vandaan? Ja maar een stukkie door de Valle de Café en die is breed, we gaan echt niet stukken overdoen. Dus, daar gaan we weer! Oh, en nu met gezelschap van de Californische Traile Easland, die ons tot half januari gezelschap gaat houden.

 

Deze blog beschrijft onze tocht via een 'ommetje' rond het enorme stuwmeer bij Guatapé, richting zuiden door de Valle de Café naar de grote stad Manizales. Vanaf Manizales steken we over een hoge pas naar de laaggelegen Rio Magdalena, die we al een tijd terug meerdere keren zijn overgestoken. Van daar klimmen we weer naar het geinige dorp Guaduas aan de voet van de Cordilla Oriental.

 

Traile kennen we van ruim een jaar geleden. Toen hebben we een aantal dagen samen door Kroatië gefietst en het klikte toen goed. Ook hartstikke handig destijds dat ze best wel wat Kroatisch sprak omdat ze er als tiener jaren heeft gewoond. Nu blijkt dat ze vrij regelmatig lange periodes in Spaanstalige landen heeft doorgebracht en een aardig woordje Spaans spreekt. Niet alleen gezellig, maar ook wel erg handig voor ons. We verlaten de AirBnB in de wijk El Probada om via het centrum aan de noordkant de stad uit te fietsen. Medellin is een grote drukke stad en ook nog eens erg langgerekt, en daardoor doen we er best een tijdje over voordat we eruit zijn. Gelukkig zijn er veel fietspaden, al worden die ook voor andere doeleinden gebruikt zoals parkeren, laden en lossen, kraampjes, werkzaamheden, etc. Eenmaal buiten de bebouwde kom volgen we nog een tijdje de snelweg, of eigenlijk het smalle fietsstrookje naast de snelweg. We zijn overigens de enige fietsers op dit strookje. Andere fietsers, wielrenners weliswaar, pakken de hoofdbaan. Zodra we eraf kunnen, doen we dat en komen we op een rustigere weg en fietsen we door het groen met af en toe een grote fabriek ertussen naar het stadje Barbosa.

 

In Barbosa voert de muziek ons naar het parque principal, het dorpshart. Tijdens het daglicht ziet het er maar armetierig uit, maar 's avonds is het prachtig met verlichte pleinen, straten, bruggen en de versierde zone langs de rivier. Het is een beetje een bijzondere dag voor ons, want we zijn vandaag precies 17 jaar een setje.

 

Happy 12 december: 17 jaar een setje!

 

Na Barbosa begint weer het serieuze klimmen. We vertrekken vroeg omdat het veel hoogtemeters en veel kilometers gaat worden om San Rafael te bereiken. Daar woont de eigenaar van de AirBnB in Medellin en we zijn welkom bij hem. We moeten eerst nog een klein stukje terug fietsen en zien dan de weg omhoog waar we gisteren nog lekker aan voorbij konden sjezen. Nu niet. In Trailes jongere jaren is ze professioneel wielrenster geweest. Dat ze nu de oudste van dit team is, blijkt geen rol te spelen en ze fietst als een speer omhoog. Harry kan haar wel makkelijk volgen, maar hij blijft meestal bij zijn vrouwtje fietsen. Onderweg komen we waarschuwingsborden tegen voor overstekende apen, die gevolgd worden door een 'ecoduct': een apenbrug boven de weg, maar steeds zonder apen.

 

We hadden ons ingesteld op veel onverhard, maar het blijkt uiteindelijk slechts een klein deel te zijn van de route naar San Rafael en dat is maar goed ook, want het kost ons al met al toch wel veel tijd om het dorp van Manuel, de AirBnB-verhuurder van Medellin, te bereiken. Het stuk onverhard is namelijk zeer belabberd. Als we aankomen deelt Manuel pas zijn exacte locatie: een pin zeven kilometer naar het zuiden en bergop. Pffff daar hebben we helemaal geen zin meer in en nemen een hotel. We bedanken Manuel hartelijk en nodigen hem uit om 's avonds naar het dorp te komen om met ons te eten. Die uitnodiging slaat hij op zijn beurt af. Hij nodigt ons vervolgens uit om met hem de volgende dag te gaan hiken en die slaan wij weer af. We zijn immers fietsers en we willen verder.

 

Fietsen dus, en niet zo maar een rit, maar een rit naar Guatape, een toeristische trekpleister die al lang op Roelie's lijst staat. Het pittoreske dorp ligt aan een stuwmeer, er zijn opvallend veel accommodaties en er staat een bijzondere rots. Meer dan dat weet ze er niet van. Nadat we gisteren al een flinke klim hebben mogen doen aan het begin van de dag staat er ook vandaag weer een aardige uitdaging te wachten, Het is best wel warm als we weer 1000 meter stijgen en aan het eind beloond worden met een wolkendek en uitzicht over het stuwmeer.

 

Wat ligt daar nou? kanootjes onder de kerstboom? Nee afval. Ook hier in Colombia zijn er van dat soort dump plekken. Vaak op mooiere locaties, zoals in ravijnen. Zo jammer

 

De beloning van highlight Guatapé blijft uit en is eerder een domper. Al voor we het dorp inrijden slalommen we om de geparkeerde touringbussen en eenmaal in het dorpje slalommen we om de toeristen. Je kunt over de koppen lopen, zo druk. Wat een deceptie. We hadden een idee om in Guatapé te blijven en ons in een van de talloze hotels en restaurants te laten verwennen zoals toerisme hotspots dat kunnen. Dat idee laten we snel varen. Dit is te veel. Het is trouwens zaterdag en dan zal het vast ook wel extra druk zijn. We fietsen door en mengen ons tussen het dagje-uit-verkeer uit Medellin. Het is aan deze kant zoveel drukker. We kunnen nauwelijks nog om ons heen kijken, maar de rots is niet te missen. Dat kale ding steekt met kop en schouders (en een trap) uit boven de groene heuvels en werkt als een magneet voor het toerisme: hotels, restaurants, helicoptervluchten, alles is en kan hier, 

 

Onderweg komen we Felix tegen, een Duitse fietser die op blote voeten fietst. Hij is nu anderhalf jaar onderweg vanuit Alaska en is zo hier en daar lang blijven plakken. Tja dat heb je met blote voeten waarschijnlijk sneller dan met schoenen en sandalen. Hij treuzelt nu wat rond in Colombia om het regenseizoen in Ecuador en Peru af te wachten. We nemen afscheid en zien elkaar wellicht weer ergens op de weg gezien zijn getreuzel en ons geslinger.

 

Een kort steil klimmetje verder brengt ons in El Peñol, een bruisend Colombiaans-doorsnee dorp, voor zover een dorp dat slecht 45 jaar oud is, doorsnee kan zijn. Het verschil met Guatapé is in ieder geval groot. Eén van de verschillen: heeft Guatapé zijn trap op een rots; El Peñol heeft zijn kerk ín een rots. We besluiten dit, na zonsondergang groen verlicht, fenomeen eens te gaan bezoeken en kunnen concluderen dat de rots niet echt is (de kerk wel).

 

El Peñol heeft niets om het lijf, maar bruist op zondag. De chiva's, het best te omschrijven als een kleurrijke vrachtwagen-bus voor personen en goederen, rijden af en aan (ook 's nachts)

 

We vinden een hotel waar de fietsen achter een slot op de halve verdieping gaan en betrekken kamertjes die ons niet helemaal naar het zin zijn, maar waar we het toch mee doen. Harry en Roelie slapen aan de drukke straatkant en Traile heeft aan de achterkant een minikamer en moet bukken voor de douche en wc die onder de trap zitten. Het hotel geeft dekens en geen lakens. We willen 's avonds in de lakenzakken gaan liggen, maar bedenken dan dat die aan de fiets achter slot en grendel zijn. Onder de sarong dan maar en al snel liggen we knorren wat dan weer abrupt stopt om een uur of vier in de ochtend. Onder het raam staat een chiva, een soort kleurrijke personenvrachtwagen zoals op een foto hierboven foto met keiharde muziek aan en vol mensen die nog proberen met elkaar te praten boven de muziek uit. En dat is niet de enige chiva. Kort daarop komt de volgende en de volgende en de volgende. Het werd een kort nachtje.

 

Op zondagochtend is het iets rustiger op de weg en komt het verkeer met name uit tegengestelde richting, op weg naar de rots en Guatapé. Na een uurtje komen we door het stadje Marinilla en hebben we trek in een kop koffie. Op de plaza zien we een jeep die is omgebouwd naar koffieverkooppunt. Ze maakt heerlijke cappuccino's en voor Colombiaanse begrippen vraagt ze er ook wel een aardig prijsje voor: 10.000 peso's, oftewel €2,20. We bestellen nog een tweede rondje. 

 

Marinilla pakt flink uit met kerstdecoraties. Het is een voorrecht om in deze tijd door Colombia te fietsen. Wat is het mooi overal en wat wordt er een boel werk ingestoken. Waar slaan ze al die decoraties de rest van het jaar op? Het is alles bij elkaar een mega volume. Het maakt ons niet uit. Wij genieten er mega van. 

 

Na Marinilla fietsen we door Rionegro, wat een grote stad is. We kunnen een fietspad langs de rivier volgen en dat maakt het doorkruizen van deze stad erg eenvoudig. In de verte zien we al wat donkere wolken hangen. We doen ons best om droog aan te komen, maar halen het niet. Op een kilometer of 15 voor La Ceja barst het los. Onder een klein bushokje wisselen we snel de schoenen in voor de sandalen en trekken we regenkleding aan. Het is wat moeilijk navigeren de stad in met de regen. De touchscreens van onze iPhones reageren wel op druppels en niet meer op natte vingers: uiterst irritant. Traile heeft een Garmin die daar geen last van heeft, maar daar zit helaas de route niet in. We stoppen steeds om telefoon en handen te drogen totdat het weer lukt om de route te bekijken naar een beoogd hotel te bekijken. Het stadje ziet er ondanks de regen gezellig uit en druipend van de regen komen we aan. De dame van de receptie is hartstikke vriendelijk en zegt dat het geen enkel probleem is dat er plassen water ontstaan waar we staan en sporen ontstaan waar we lopen. Ze laat ons kleine kamertjes zien zonder raam. Alle kamers zijn hetzelfde en er is een warme douche. Omdat we er zo'n puinhoop van maken durven we al niet meer te zeggen dat we liever een kamer willen met raam. Hadden we dat maar wel gedaan want 's nachts begint de dame in de kamer tussen die van Traile en ons te zeuren en te huilen. De nachtwaker krijgt haar niet rustig. Ze heeft drank of drugs óf drank én drugs gebruikt en er is geen land met haar te bezeilen. Wij doen geen oog meer dicht en we ziteen weer vroeg op de fiets. 

 

Een slechte nacht en een big day (70 kilometer en 1750 hoogtemeters) voor de boeg. We klimmen eerst iets van 450 meter hoger La Ceja uit en heel veel fietsers hebben datzelfde plan. Dat is altijd leuk. Eenmaal op de top keren de fietsers terug, maar wij gaan natuurlijk door. Wij dalen naar La Union, het enige dorp op de route. Het dorp stelt niets voor, maar heeft een verrassend goede panadería. Vanaf dit dorp fietsen we over een leuke, zeer rustige betonnen weg, de Ruta 56. Van drie Spaanse wandeldames horen we dat deze leuke weg waarop we fietsen de oude hoofdweg naar Bogota is. Er zit nu helemaal geen verkeer meer op en de route heeft een heerlijke flow met bochten en klimmetjes en afdalingen. Op een motor moet dit aanvoelen als een heerlijke achtbaan. Op de fiets is het ronduit genieten.

 

"It's amazing!" Wie van ons drieën vervolgens als laatst "Ding Dong!" roept, is de sjaak en moet een dansje uitvoeren en een stom melodietje zingen.

 

Een luiaard hangt toch nooit verticaal? Daar moet Harry iets aan gaan doen natuurlijk

Uiteindelijk bereiken we Sonsón waar we een hotel uitkiezen dat wat meer klasse uitstraalt dan die van de afgelopen dagen en we hopen op een goede nachtrust dit keer. En die krijgen we. Eindelijk. Zo lekker.

 

Iets aan de (te) late kant fietsen we de volgende dag het dorp uit. Roelie gaat eerst nog even letterlijk langs de tourist information. Vandaag staat de hele dag onverhard op het programma. Direct als we Sonsón verlaten fietsen we een bergkam over en staan meteen versteld van het geweldige uitzicht over de bergen, berghellingen en de diepe dalen, waaronder het dal van de Cauca rivier dat ruim 1500 meter dieper ligt. Niet veel later maken we hernieuwd kennis met de koffieplantages die zich hier tegen de steile berghellingen plooien. We zijn teruggekeerd in de koffieregio. De afdaling is nogal technisch want het wegoppervlak is nogal belabberd. Het gaat steil naar beneden, maar onze snelheid komt nauwelijks boven de 10 km/u.

 

Misschien niet makkelijk maar geweldig mooi. Met een dikke glimlach op ons gezicht komen we aan bij de brug, het keerpunt. Vanaf de brug is er een kort vlak stuk, maar daarna zullen we toch flink aan de bak moeten. Het is maar een stuk van 25 kilometer en daar doen we uiteindelijk vijfenhalf uur over. De weg is wel veel beter dan in de afdaling en op een laatste paar korte stukjes na kunnen we alles net blijven fietsen. 

 

Tegen schemering arriveren we in Aguadas. We hebben de tip gekregen voor een hotel en restaurant van Nederlandse Emma en Robert, die enkele weken geleden hier hebben gefietst. Het hotel heeft geen kamers meer met een raam en we wijken uit naar de overkant. De kamer is prima en we slapen weer heel erg goed. Wij wel, maar Traile heeft een verdieping hoger last van een familie aan kakkerlakken waar er nu een aantal van overleden zijn. Bij het getipte restaurant bestellen we salades, een pizza, karaf met wijn (waarbij ze in de glazen eerst een brandend takje rozemarijn leggen en smoren), cappuccino en een crêpe met ijs. Alles is zo goed. Wat een pareltje en we bedanken Emma en Robbert die inmiddels door Costa Rica fietsen. 

 

Heerlijke salades en een toetje bij Café del Parque in Aguadas

Ook Aguadas is weer prachtig verlicht. Het komt op de foto's met de iPhone helaas nooit zo over als in het echt 

Het stratenpatroon van dorpen en steden in Colombia is lineair zoals op zoveel plekken in de wereld. Ontworpen op een tekentafel zonder aandacht voor hoogteverschillen en dus een regelrechte nachtmerrie voor fietsers, maar toegegeven, het maakt wel een mooie plaatje.

We fietsen van Agudas naar Salamina. De pijl is ietwat overdreven want Pecora en Aranzazu liggen gewoon aan dezelfde weg. Er is geen linksaf of rechtsaf, geen steil omhoog of steil omlaag.

We fietsen opnieuw over een rustige weg naar Salamina. De laatste lange klim laat de temometer van Trailes Garmin zien dan het 43 graden is. Bloedheet dus, maar oké, dat is dan wel de temperatuur in de zon. En klimmen in de zon is inderdaad wel echt bloedheet. We zijn dan ook blij als we aankomen in het stadje.

 

In Salamina vinden we opnieuw een fijn hotel en krijgen naast elkaar giga grote kamers en onze fietsen krijgen een eigen kamer. Het hotel ligt op de eerste verdieping en rijkt diep naar achter. Eenmaal ingecheckt en gesetteld komen we erachter dat onder ons een winkeltje zit met een irritant belletje voor wie binnenkomt. We denken nog, dat maakt niet uit, want de winkel is 's nachts toch dicht. We wisten dus nog niet dat de bevoorrading zo rond vijf uur 's ochtends start, waardoor het weer een ietwat kort nachtje wordt.

 

Maar nog even terug naar de avond. We vinden op Google Maps een bijzonder restaurant, La Lar, en zijn nieuwsgierig. Het kost ons wel even om zo om en nabij in de buurt van het restaurant te komen, want er is aan de buitenkant niet te zien of en waar een restaurant zich bevindt. Een dametje van een klein winkeltje helpt ons en vraagt of we wel een reservering hebben, want dat schijnt nodig te zijn. We gaan nog naar de voordeur en kijken elkaar even vertwijfeld aan of het zin heeft om aan te bellen. Het lijkt er op niets op dat hier vanavond iets te eten wordt geserveerd. We lopen terug en komen terecht bij een prachtig restaurant op de hoek van de plaza. We kijken elkaar weer even vertwijfeld aan: 'is dit niet veel te duur?' maar dan zien we mensen een hamburgertje eten en besluiten we dat het wel mee zal vallen. Restaurant Don Fermin, met protserige, nostalgische, kitscherige 19e-eeuwse decoraties, en een ober die met een digitale bel op de tafel is op te roepen, helemaal anders dan anders en daarom best leuk. 

 

Als we 's ochtends achterom kijken zien we Salamina mooi op de top van het einde van de bergrug liggen. Wij zakken wat af om daarna weer lekker geleidelijk te mogen klimmen omhoog naar het eind van de vallei. In het dal ligt de rivier Aranzazu en even na de top volgt een dorp genaamd Aranzazu. Wij stoppen iets eerder net op de top waar we wat eten en drinken en knuffelen met een aanhankelijk hondje.

 

Spaanse mos in de bomen, alsof het bijna kerstmis is, wat het ook bijna is. Leuk dat de bomen meedoen!

Van het stadje Neira hadden we iets hogere verwachtingen na de leuke vorige stadjes Aguadas en Salamina. Het lijkt wat rommeliger. Op het bankje op de plaza drinken we een biertje terwijl twee nieuwsgierige schattige broertjes van 10 en 8 jaar bij ons komen zitten en vanalles va ons willen weten. Traile weet ze nog zo gek te krijgen dat ze 'Feliz Navidad' zingen op video. We vinden weer een fijn hotel en deze heeft geen belletje onder de kamers, maar ook geen raam. De kamer is ruim en hoog en een zuurstoftekort zal er niet zijn in de nacht, maar de dagelijkse handwas gaat er niet droog worden. 

 

De dame van het hotel wil 's ochtends bij vertrek een foto van ons. Dat mag, maar dan willen wij er ook een.

Van Neira naar Manizales moeten we even kort klimmen, sterk afdalen en dan geleidelijk weer terug naar dezelfde hoogte. We zien de megastad met een half miljoen inwoners al snel liggen terwijl Neira evengoed zichtbaar is als stadje op het eind van een bergrug. De afdaling blijkt een populaire klim voor wielrenners en we groeten, zwaaien en knikken er velen toe terwijl we naar beneden suizen. 

 

Al sinds heel lang heeft Harry's fiets een irritant geluidje. Soms is het tijden weg, maar soms is het erg aanwezig. Ook nu. Het idee dat het met de trapas of tandwiel te maken heeft, hebben we laten varen sinds in Medellin alles is vervangen en schoongemaakt. Harry krijgt een ingeving; misschien zit het ín de pedaal. Roelie bedenkt dat dat eenvoudig te controleren is door de trappers uit te wisselen met elkaar. Nog geen tien minuten later rijdt nu Roelie rond met de piep van Harry. Het is dus inderdaad de pedaal zelf. Niet heel vreemd, want die gaat ook al een tijdje meer (sinds Laos). Hier hadden we overigens maanden eerder achter kunnen komen. 

 

In Manizales hebben we een hostel op een strategische plek gekozen. We moeten naar een fietsenzaak omdat de achterrem van Roelie aandacht, of om precies te zijn ontluchting, nodig heeft, niet piepende pedalen en naar het kantoor van Avianca, de vliegtuigmaatschappij, waar we tickets bij hebben geboekt maar nog zonder de fietsen, en die moeten natuurlijk wel mee. We regelen eerst kamers bij Mountains hostel en lopen dan naar de hoek van de straat voor een fietsenzaak. 

 

De mannen bij Bikeservice zijn vriendelijk en behulpzaam én hebben bij de kassa een klein koelkastje met ijskoude biertjes. Topzaak dus ;-) en de fiets is veel eerder klaar dan wij met de biertjes. Nieuwe pedalen kunnen we later ophalen. Ook de volgende stop bij Avianca verloopt uitermate gunstig en de fietsen zijn aan de tickets toegevoegd. Tijd om te relaxen. Traile gaat tussendoor op bezoek bij de neef van haar beste vriendin en wij gaan wat andere kleinere dingen regelen, lekker hangen, uitrusten en de glimmende nieuwe helder blauwe pedalen monteren op de fiets van Roelie, de fiets met de piep.

 

We verlaten Manizales op een maandagochtend en zien een mooie Specialized fietszaak langs de kant van de weg. We stoppen om de bandjes verder op te pompen. We gaan namelijk weer even een tijdje op asfalt fietsen en hoe harder de band hoe makkelijker die rolt. Terwijl één van de vele medewerkers onze bandjes oppompt lopen wij verlekkerd rond te kijken. Harry kan de verleiding niet weerstaan om ook nieuwe blauwe pedalen te kopen en framed het als een vervroegd verjaardagscadeau. Bij de kassa is er voldoende zelfbeheersing om de Hollandse stroopwafels te laten liggen.

 

Roelie heeft last van een off-day. De benen doen niet zo lekker mee en die moeten het doen om de lange klim uit Manizales te fietsen. Het wordt echt afzien voor haar en na 27 van de 34 kilometer moet ze helaas concluderen dat die laatste 7 het niet meer gaan worden. Ze is op. Het regent af en toe, het is koud. In een klein restaurantje bespreken we gedrieën de opties. We hadden hier de ruta 50 willen verlaten en afslaan naar de vulkaan en Parque National Natural los Nevades. Die route zou mooier zijn dan doorgaan over dezelfde weg naar de hoge pas (Alto de Letres) en de 'longest climb in the world' die wij dan zouden afdalen. Rond de afslag kunnen we helaas niet overnachten en we besluiten een bus of zoiets te nemen. Maar waar naartoe? Het wordt dan toch over de ruta 50 waar veel meer verkeer op zit. We hopen dan tot Fresno te komen. De eigenaar van het restaurant helpt ons, maar de spaarzame kleine busjes die langsrijden kunnen geen drie personen met fietsen meenemen. Die zijn veel te klein en te vol. We zijn dan ook super blij als er een klein taxibusje aankomt rijden al rijdt die de verkeerde kant op. We laden alles in en blijken dan een klein misverstandje te hebben opgelopen. Hij wil naar Manizales rijden en naar niet de andere richting, oftewel onze gewenste kant op. Alles is te koop, ook deze man. Gelukkig maar.

 

Terwijl wij onszelf opgevouwen achterin alle kanten laten opschudden, houdt Traile angstvallig de chauffeur aan de praat om te voorkomen dat hij met z'n telefoon gaat spelen. Dat deed hij in het begin wat niet echt ten goede kwam aan zijn rijgedrag.  Na anderhalf uur stappen we allemaal heel erg blij uit het busje. We zijn zowaar heelhuids aangekomen in Fresno. 

 

Het beste hotel van het stadje heeft een niet al te beste kamer met een koude douche te vergeven en daar bedanken we voor. We vinden dicht bij de plaza een ander hotel met betere kamers voor minder en met een warme douche. De plaza principal is wederom prachtig versierd en de verlichting maakt het sprookjesachtig. We vinden in een wafelreataurant zelfs de door ons geliefde Mazorcada op de kaart, het smakelijke gerecht met mais, frietjes, vlees en kaas. Zelfs Roelie voelt zich weer goed, maar valt 's avonds heel ongezellig erg vroeg in slaap. 

 

De volgende dag fietsen we vanuit Fresno een deel van die 'longest climb in the world' in tegengestelde richting. We betwijfelen of dit echt de langste is. It's all about framing; we weten dat er langere klimmen zijn, sterker nog , we hebben er eentje anderhalve maand geleden gedaan, maar de weg is wel erg mooi.

 

Het stadje Mariquita is het beginpunt van die longest klim, en dus eindpunt van de afdaling voor ons, maar tot aan Honda, dat 15 kilometer verderop ligt, gaat de we nog lekker verder lichtjes omlaag. Opnieuw veel verkeersborden die waarschuwen voor overstekend wild. Wij hebben vooral oog voor de borden die 'waarschuwen' dat er Salpicon wordt verkocht, de heerlijke fruitsalade die we, in hetzelfde dal van de Magdalena rivier, anderhalve maand terug hebben ontdekt, niet zo gek ver weg van hier.

 

Aan het centrale plein in Honda vinden we een lunchtentje dat Salpicon met ijs verkoopt. Op de menukaart staat dat de Salpicon sin azucer, oftewel zonder suiker wordt aangeboden. Het blijkt wel iets minder smaakvol dan de eerdere versies. Ook de saus is minder dik.

Wie wij hier ook weerzien is de Rio Magdalena. De rivier is nog even chocolademelk-bruin als de andere keren dat we haar overstaken, minstens anderhalf maand geleden. Het voelt als een mijlpaal om deze rivier over te steken. Naast mijlpaal is het ook een laagte record. We zitten op zo'n 200 meter en zo laag zijn we sinds de noordkust van Peru niet geweest. En het is hier heet! In de hitte klimmen we naar Guaduas, een historisch stadje met een hele fijne vibe en daarmee eindpunt van deze blog. Het is kerstavond en we verwennen onszelf met een luxe hotelkamer. Feliz Navidad!