Naar Mendoza, of niet...

Gepubliceerd op 21 maart 2020 om 12:39

Om eerlijk te zijn hebben we niet zo heel veel zin in de komende ritten. De indrukkende bergen, bossen en meren van Patagonië liggen achter ons en de route verder naar het noorden voorspelt weinig moois, veel droogte, lange afstanden, veel stof en veel zweten. We zijn de afgelopen maanden flink verwend geraakt met landschappelijk schoon, talloze campings en gezellige dorpjes. Maar misschien valt de route naar de stad Mendoza nog wel mee. We volgen in principe de landlange route 40 en wijken waar mogelijk uit naar alternatieve wegen dichter bij de Andes.

 

Terwijl we rondhangen in de wifizone van de camping van Lago Alumine om de vorige blog en Patagonia-video (tergend langzaam) geupload te krijgen, plunderen de zwerfhonden de voorraden uit onze tas op een picknicktafel bij de tent. De zwarte voedseltas ligt nu verderop in de bosjes in een grote cirkel van restanten van verpakkingsmaterialen. De schade: een stuk kaas, twee broodjes, een tiental mueslirepen en een zak muesli. Dat zal ons leren, denken we. ’s Avonds nadat we broodjes hamburger van de bbq hebben gegeten, lopen we even een rondje om wat hout te sprokkelen voor een gezellig afsluitend kampvuur. Bij terugkomst is een glas wijn omgegaan en moeten we bekennen dat er naast dat glas wijn een stuk kaas op de tafel lag. Nu niet meer. Er is maar een klein supermarktje waar we de voorraden niet erg goed aangevuld krijgen en met een lichtgewicht voedseltas zetten we koers naar het noorden. 

 

 

Hernan runt hostel ‘Huskys and Horses’ vlak bij de Chileense grens en dat is ons doel van vandaag. We fietsen over ruta 23 langs een klein riviertje en klimmen naar 1770 meter hoogte. Vanaf daar alleen maar afdalen, denken we. Maar we zitten er wel vaker naast. Hernans hostel ligt net even (500 meter) van de weg maar zeker ook 50 meter hoger: 10% dus. De korte steile klim brengt ons over een karrenspoor naar een bijzondere plek. Hernan is er zelf niet en we worden verwelkomt door de Duitse Lucas, Nederlandse Shorona en Engelse Daisy, alle drie vrijwilligers die de paarden en husky’s verzorgen waarmee Hernan meerdaagse tours aanbiedt. We mogen in een kleine cabaña overnachten, een soort Hans en Grietje huisje tussen de slangendennen en grazende paardjes.

 

 

In de ochtend brengt Daisy brood, boter, jam en een appel. Daar moeten we vandaag de dag mee doorkomen. De eerste 40 kilometer zijn een makkie: wind in de rug, perfect asfalt en bijna alles naar beneden. We genieten volop, het gemiddelde ligt boven de 30 km/u, maar we weten dat het vervolg anders zal zijn. Onderaan slaan we scherp af en krijgen direct de wind van voren. Het wordt nog een zware dag vandaag. We moeten nog bijna 60 kilometer en de wind blijft ons die 60 kilometer lang tegenwerken. Bij een uitgebrande auto vinden we eindelijk een beetje beschutting tegen de wind om een broodje te eten. Hongerig, dorstig en moe komen we in het dorpje Loncopue aan.

 

 

De camping municipal van Loncopue is tevens voetbalveld en rodeoterrein. Er staan geen andere kampeerders. Er zijn wel mensen aan het klussen aan de voorzieningen en we vermoeden dat er nog een najaars-rodeo aan zit te komen, maar dat zal vandaag niet zijn, want we mogen ons tentje opzetten en het zweet van ons af spoelen onder een koude douche.

 

De volgende morgen tellen we de muggenbulten en de beten van de sand flies en dat zijn er ongelooflijk veel. We zijn klaarblijkelijk ’s avonds zonder dat we het door hadden opgegeten door de muggen. Wat is erger: honden die ons eten opeten of muggen die ons opeten? Dat laatste vinden we nu, want de jeuk is verschrikkelijk.

 

De volgende ochtend is de wind 180 graden gedraaid. Met dat steuntje in de rug en nieuwe voorraden, fietsen we langs een riviertje naar dorpje El Huenca en dan een pas over naar het dorp El Cholar. Volgens onze Argentijnse papieren kaart is alles geasfalteerd, maar gisteravond zagen we dat volgens de Oostenrijkse App Komoot alles onverhard zou zijn. We gaan er natuurlijk vanuit dat de klassieke Argentijnse bron gelijk heeft en dat die app uit Oostenrijk niet up to date is. De Argentijnen hadden het goed voor wat betreft de eerste acht kilometer, daarna blijken de Oostenrijkers het helaas beter te weten wat de ondergrond is dan de Argentijnen: gravel. In het wat troosteloze El Huenca vinden we een hotelletje dat een koude Fanta verkoopt en als we die gulzig hebben verslonden zit er voldoende energie in ons om de klim van de dag te starten: acht kilometer en 440 meter omhoog naar weer ruim 1650 meter hoogte. Best pittig en het is al na vijf uur in de middag als we de top bereiken. Jammer genoeg moeten we dan nog 22 kilometer en gaan alleen de eerste zeven lekker naar beneden.

 

 

Als we tegen zonsondergang aankomen in El Cholar kiezen we ervoor om te kijken of er plek is in een hostel of cabaña en niet om nog een tent op te zetten. De energie is volledig uit onze lichamen verdwenen, we zitten er doorheen en zodra we van de fiets afstappen krijgen we het direct koud. Het hostel is volgeboekt en de cabaña is eerst onvindbaar, maar de eigenaar van een dispensa, een superkleine minimarkt, kent de mensen en belt voor ons: helaas, de cabaña is ook al verhuurd. Blijkbaar toch nog best populair dit afgelegen dorpje, maar goed, het is zaterdag. De eigenaar van het kleine supermarktje kent nog een cabaña en springt in de auto om ons er naartoe te brengen. Daar kunnen we inderdaad overnachten al staat waarschijnlijk de verdubbellaar aan als ze ons de prijs vertellen. Ach voor westerse standaarden is € 30 niet veel. De wifi werkt goed en we lezen welke impact het corona virus op de wereld heeft en welke restricties er zijn ingesteld. Het zou nog wel eens grote invloed kunnen hebben op het vervolg van onze wereldreis. Eerst maar eens Mendoza halen, ongeveer 700 kilometer noordelijker en dan zien we wel verder.

 

 

Het landschap is volledig kaal en rotsig als we El Cholar verlaten maar een best indrukwekkend gebied om te doorkruizen. Bijna geen verkeer en alleen wij tweetjes als kleine pionnetjes is een grenzeloos en oneindig gebied. Na 55 kilometer rijden we de ruta 40 op, de lange weg die eigenlijk onze leidraad is richting Bolivia en waar we van afwijken als we denken dat de alternatieve route mooier is. Nu vinden we in ieder geval de ruta 40 mooi, want die is geasfalteerd en daar zijn wij en onze fietsen weer aan toe. Enkele kilometers verderop fietsen we het dorp Chos Malal in en zetten de tent op bij de camping municipal.

De camping is erg basic, maar we hebben geluk, want we zien dat net dat het toiletgebouw en douches worden gepoetst. Ook verrassend is dat de wifi goed is en we schrikken van de ontwikkelingen van vandaag met betrekking tot het corona virus. We zitten in een whatsapp-groep van fietsers die Latijns-Amerika doorkruisen en die is zo’n beetje ontploft: er zijn vandaag 225 berichten binnengekomen. We bekijken wat er aan de hand is en zien de paniek onder de fietsers. Berichten met feitelijke informatie worden afgewisseld met subjectieve (‘van-horen-van’) berichten die nog meer paniek en angst zaaien. We proberen er rustig onder te blijven, maar duidelijk is dat de landen in Zuid-Amerika blijkbaar resoluter en meer proactief willen reageren op Corona dan de EU-landen twee weken eerder. Op Chili na hebben alle landen inmiddels hun grenzen gesloten. We zijn blij dat we in Argentinië zijn, want dat land is gróót en de kosten van levensonderhoud zijn daar relatief laag. Mochten we in Mendoza vast komen te zitten dan is dat niet zo erg, want het is een grote stad midden in het Argentijnse wijnbouw-gebied.

Even later krijgen we berichten binnen dat één van de noordelijke Argentijnse provincies haar grenzen heeft gesloten voor alle buitenlanders. Oei, als de provincie Mendoza dat ook gaat doen dan halen we Mendoza helemaal niet.

We besluiten nog een dagje extra op de camping te blijven, de fietsen weer onder het stof tevoorschijn te halen, de benen een dagje rust te gunnen, maar vooral om de steeds sneller gaande ontwikkelingen rondom het virus te monitoren. Op die rustdag gaat het uiteindelijk inderdaad allemaal snel. Gaandeweg de dag wordt de camping gesloten en worden nieuwe gasten geweigerd, het toiletblok gaat op slot en ook de provincie Chubut, waarin Bariloche ligt, heeft ook haar grenzen inmiddels gesloten. Wij verwachten dat de andere provincies niet lang op zich zullen laten wachten…, wat te doen? Het is nog anderhalve dag fietsen naar de provinciegrens van Mendoza, als die dan ook dicht gaat, zitten we vast in een gehucht zonder voorzieningen. We bespreken de situatie met de Franse motorrijder Luc, de enige andere kampeerder op het terrein. Luc is iets minder op de hoogte van de ontwikkelingen en houdt voorlopig vast aan zijn plan om morgen te vertrekken naar El Cholar, waar wij vandaan kwamen. We spreken af er nog een nachtje over te slapen en dan, op basis van de laatste updates, een besluit te nemen. We gaan naar een supermarkt voor de inkopen voor het avondeten en merken in Chos Malal niets van alle gekte in de wereld om ons heen. Op weg naar de supermarkt komt een politiewagen ons tegemoet, maar die besteedt geen aandacht aan ons. We lopen vrij door de supermarkt en worden niet vreemd aangekeken. Met de hamburgers uit de supermarkt en houtskool van het tankstation keren we terug naar de camping, die nu met afzetlint is afgegrendeld. Eerst worden we tegengehouden maar als we naar ons tentje verderop wijzen, mogen we doorlopen. Ons plasje doen we niet meer in-, maar achter het toiletgebouw. Vreemde situatie, maar de barbecue maakt veel goed.

 

Gedurende de nacht worden we ‘ingehaald’ door allerlei besluiten van de Argentijnse regering en staan er weer ruim 100 nieuwe berichten in de Whatsapp-groep. Het is ons duidelijk dat we Mendoza niet meer zullen halen: het binnenlands verkeer tussen provincies is stilgelegd en geen bussen, treinen of binnenlandse vluchten meer. In de Whatsapp-groep lijkt iedereen zijn biezen te pakken en met grote haast terug (proberen) te keren naar huis. Vaak laat men noodgedwongen zijn fiets achter en moet men de hoofdprijs betalen voor een internationale vlucht. We zien met regelmaat dat mensen het beoogde vliegveld (in Santiago, Buenas Aires of Sao Paulo) niet kunnen bereiken, of dat een geboekte peperdure vlucht gecanceld is.

 

Wij hebben eigenlijk gisteravond al besloten om: 1) te blijven (in Argentinië dus) en 2) voor langere tijd een onderdak te zoeken in Chos Malal. Terug naar Nederland is voor ons geen optie. De gezondheidssituatie daar is in feite gewoon veel ernstiger dan in Argentinië en zeker dan hier in het afgelegen Chos Malal. We hebben geen (t)huis om naar terug te keren en onze verzekering vergoedt ziektekosten in de hele wereld behalve in het land van herkomst. Vrienden, ouders en familie kunnen we niet bezoeken en op dit moment nog internationaal reizen lijkt ons de beste manier om het virus tot je te nemen. Dus Chos Malal: het is naar Argentijnse maatstaven best een aardig stadje met 20.000 inwoners en voldoende voorzieningen. Een (veel) grotere stad zoals Mendoza of Buenos Aires lijkt ons nu ook niet meer zo slim om als buitenlander te verblijven. We informeren via whatsapp bij een Warmshowers-host en bij een hostel of ze misschien iets weten of we een huisje kunnen huren voor langere tijd. Ze reageren allebei snel, maar helaas weten ze ons niet direct een adres aan te reiken. De gastvrouw van het hostel reageert echter wel dat ze ons wil ontvangen en dat we dan samen de verschillende opties kunnen bekijken. Op een of andere manier geeft ze ons een goed gevoel. De Warmshowers-host reageert ook lief, maar geeft aan dat ze in verband met de broze gezondheid van haar ouders ons niet durft te ontvangen maar stuurt ons later op de dag nog allerlei tips en telefoonnummers.

 

Op de camping bespreken de nieuwste ontwikkelingen met Luc, de Fransman. Het lijkt dat hij zich nu pas echt bewust is van de ernst van de situatie. Hij geeft zijn reisplan van vandaag ook op, maar zegt dat hij op de camping probeert te blijven. Als Roelie echter vraagt of ze de sleutel van het toiletblok even mag lenen voor een plasje, krijgt ze te horen dat de camping dicht is gegaan (ja, dat weten we) én dat wij zo snel mogelijk moeten vertrekken. Oké, dat is dan ook duidelijk…

Wij breken onze tent af en vertrekken naar het hostel. We geven het adres van het hostel aan Luc en hij geeft aan dat hij achter ons aankomt. Als we bij het hostel aankomen, worden we warm ontvangen door Karina, de gastvrouw. Later komt Nestor, de gastheer op zijn motor aanrijden en ook hij is vriendelijk, maar ook ernstig. Hij heeft zich goed laten informeren over wat hij kan, mag en niet mag doen. Desgevraagd verklaren we dat we al drie maanden in Patagonië fietsen en op dit moment alweer ruim drie weken in Argentinië zijn. Dat is voldoende voor Nestor om de zakelijkheid te laten vieren en ons met open armen te ontvangen. Hij nodigt ons direct uit voor een Argentijnse lunch: hartig met veel vlees en een glaasje wijn. We merken meteen dat we bij deze mensen in goede handen zijn. Luc schuift even later ook aan voor de lunch en daarna betrekken wij het hostelletje. Het bestaat uit een gemeenschappelijke leefkeuken, drie slaapkamertjes met ieder twee bedden en een prima badkamer. In de achtertuin lopen twee grote honden rond, een Dogo Argentino en een zwarte Labrador die twee keer zo groot is, dan wat volgens de raskenmerken gebruikelijk zou moeten zijn. In de voortuin lopen drie lieve poedeltjes rond, zusjes van elkaar volgens Nestor, maar we hebben meer het idee dat het oma, mama en dochtertje zijn. Mama is loops en hartstikke g##l. Elke ochtend berijdt ze oma en de hele dag ligt ze tegen ons aan te schurken. Dochtertje heeft een chronisch tekort aan liefde en vraagt ons met haar lieve oogjes om een beetje affectie.

Dezelfde dag nog kopen we samen met Nestor een paar hardloopschoenen, zodat we toch een beetje fit blijven. Twee ochtenden rennen we naar een park twee kilometer verderop, gaan in het park een half uur aan de slag met de daar aanwezige fitness apparaten en rennen dan weer terug. Heerlijk, maar…

 

 

Onze Nederlands ambassade in Buenos Aires doet wat ze kan om de gestrande Nederlanders van informatie te voorzien. Zo krijgen we te horen dat de Argentijnse regering heeft verordonneerd dat de hotels en hostels alleen nog maar buitenlanders mogen huisvesten. Heel vervelend voor reizigers uit Argentinië zelf, maar voor ons is het een bemoedigend bericht, omdat wij en Nestor bang waren dat hij zijn deuren op last van de regering zou moeten sluiten. Het tegendeel is dus nu besloten.

 

’s Avonds bereikt ons dan het bericht van de ambassade dat er vanaf middernacht een lockdown in geheel Argentinië zal gaan gelden, voor voorlopig twee weken. Het besluit wordt middels geluidswagens ook aan het stadje medegedeeld. Oké, de hardloopschoenen kunnen weer onder het bed geschoven worden, want we mogen alleen nog maar de deur uit voor de boodschappen, en dan niet met z’n tweeën. De ambassade en Nestor drukken ons op het hart om de strikte beperkingen na te leven, ook al zien we de volgende dag dat nog niet iedere Argentijn zich aan de nieuwe quarantaine-regels houdt. Roelie ziet op weg naar de supermarkt vier mannen uit een auto stappen die vervolgens positie zoeken om 2 meter uit elkaar te blijven als de straat oversteken.

 

Dansles van Karina en Nestor

 

Dankbaar en gelukkig zijn we met ons plekje, met Karina en Nestor en ook met Luc die in een vorig leven chef-kok was in Franse restaurants. Over onze dagelijkse beslommeringen zoals lezen, yoga, core-stability, netflixen, Spaans studeren, bbq-en, Argentijns dansen, pizza smullen en ongetwijfeld te dik worden, gaan we niet uitweiden noch een blog bij houden, dan haken jullie allemaal af. We bloggen weer als we in beweging mogen komen en op de pedalen staan.

 

Voor nu: adios, ciao en keep safe!