Door Duitsland terug naar huis (Scandinavië 6/6)

Gepubliceerd op 23 oktober 2022 om 10:17

Met nog een paar Deense munten op zak fietsen we de grens over Duitsland in. Net over de grens ligt een supermarkt en we vermoeden dat daar met kronen kan worden betaald. Het assortiment is nogal beperkt: drank en snoep in groot verpakkingen. Waarschijnlijk zijn drank en snoep in Denemarken substantieel duurder. Bij de kassa vinden we twee flesjes Fanta en we kunnen inderdaad met onze laatste kronen betalen. We hebben eigenlijk juist andere boodschappen nodig en zien een eindje verderop een normale supermarkt en stoppen opnieuw. Bij de in- en uitgang van de supermarkt is een aparte bakkerij met zit gelegenheid binnen en buiten en er kan koffie worden besteld. Later zullen we er achter komen dat de meeste supermarkten zo'n bakkertje hebben en dat die zijn ideaal voor een ochtendstop. 

  

De European Divide Trail (EDT), de route die we volgen, leidt ons verder door de stad Flensburg. Het volgen van de route gaat ons niet altijd even gemakkelijk af. Fietspaden lijken te verwarren in een kluwen en ook op het trottoir en de weg mag gefietst worden. De route zwabbert en lijkt opzettelijk af te wijken van logischere fietspaden door de stad. Het is te moeilijk om te volgen en we fietsen dermate vaak verkeerd dat we de route uitzetten en zelf de stad uitrijden. Daarna pakken we de route op en vinden die verrassend leuk en afwisselend. 

 

Het blijkt in Duitsland moeilijker om overnachtingsplekken te vinden. Er zijn vooral veel camperplaatsen en bijzonder weinig campings voor een tentje. De keuze is niet reuze, maar we hebben een bijzonder mooie plek gevonden op Google Maps: Naturerlebnisraum Kolonistenhof, enigszins vergelijkbaar met een Natuurpoort in Nederland. Trekkers mogen hier (gratis!)  hun tentje opzetten en douchen. Even vrezen we dat we tevergeefs aankloppen, want er is een evenement gaande op het terrein met een soort kunstmarkt en veel kraampjes en volk. Een vriendelijk meisje laat ons echter weten dat we nog steeds welkom zijn al is de plek waar je normaal je tentje op kan zetten nu bezet door de marktkramen. Ze wijst ons een plek aan nabij de woning van de beheerder en die plek is - ondanks de aanwezigheid van een wespennest - fantastisch.

 

We zetten ons tentje op een veilige afstand van het wespennest neer en maken gebruik van de lauwe douche. Even later arriveren nog twee fietsers plus hond en twee wandelaars. Wij hebben weer ergens een picknick barbecue kunnen kopen en na een heerlijke maaltijd kruipen we in de tent. Vanuit de tuin van de beheerder klinkt zwoele muziek en wat gekletst, maar we vinden al snel de slaap. Rond middernacht vertrekt het bezoek en blijft de beheerder alleen achter. Het volume van de muziek gaat naar 10 en de zwoele muziek maakt plaats voor oud duits-communistische strijdliederen, waaronder de internationale. De muziek staat asociaal hard, de oordopjes houden het niet tegen en zelfs Roelie - die echt overal en altijd kan slapen - is klaarwakker. We willen er iets van zeggen, maar beseffen ook dat we te gast zijn en volledig gratis van de voorzieningen gebruik maken. Na twee uur herrie gaat de Duitse fietsers van het tentje verderop aan de beheerder vragen of de muziek misschien iets zachter mag. De beheerder zat blijkbaar ook nog om een praatje verlegen en na een praatje vervolgt hij met zijn muziek, maar gelukkig een stuk minder hard. Er volgen nog enkele strijdliederen en dan gaat ook hij naar bed. De Duitse fietser vertelt de volgende ochtend dat de beheerder flink te diep in het glaasje had gekeken.

 

Voor het Kolonistenhof hebben we de trail even verlaten. Roelie vindt een mooie, maar pittige verbindingsroute uit door bossen en heide. Het is hier mooi! En het is zondag en dat betekent dat alle winkels dicht zijn. Een groot verschil met Denemarken en Nederland (buiten de Bible belt dan). Maar niet alles is dicht. In het eerste stadje vandaag, Rendsburg, is een bakkertje open en in even van de route in Hohewested een Italiaanse ijssalon geopend. 

 

We fietsen naar Bad Bramstedt, een aardig plaatsje met best veel restaurants. Bad Bramstedt heeft een camping, maar die heeft niet al te beste reviews. Bovendien kunnen we uit de reviews afleiden dat de camping uitsluitend als tussenstop/-overnachtingsplek gebruikt wordt door met name Nederlanders die met hun caravan en camper op weg zijn naar Scandinavië of daar van terug komen. We kiezen voor een camping op iets van 5 kilometer van Bad Bramstedt met betere reviews. Ook belangrijk is dat vlakbij die camping twee restaurant zitten die volgens Google allebei open zijn. We hebben niets om te koken en zijn dus toegewezen op een restaurant. Voordat we de laatste kilometers naar de camping afleggen, drinken we in Bad Bramstedt een klein biertje (in Duitsland een halve liter) op een terras. Voordat we bij de camping inchecken, controleren we de beide restaurants. Welke kiezen we voor vanavond uit? De keuze wordt makkelijk gemaakt, want bij een restaurant staat vermeld dat deze in verband met vakantie gesloten is. Het loopt tegen het einde van de middag en het andere restaurant zit aardig vol. We vragen voor de zekerheid of er voor ons een tafeltje voor vanavond gereserveerd kan worden. Het antwoord is duidelijk: nee, er is geen plek meer... Een paar vloeken inslikkend en een hongerklop onderdrukkend kunnen we niets anders doen dan 5 kilometer terug naar Bad Bramstedt te fietsen en ons bij de doorstroom-camping-boven-op-een steile-heuvel-aan-de-drukke-weg-voor-vrachtverkeer te melden. Die heeft een plekje vrij al is deze belabberd. Daarna dalen weer af naar Bad Bramstedt om een restaurantje te zoeken. We weten dat de Duitsers dol zijn op Grieks eten en ook Bad Bramstedt heeft twee Griekse restaurants. Bij de eerste kunnen we meteen een tafeltje uitzoeken op het terras. We laten ons "geen-vlees-tenzij" beleid even varen en bestellen een van alles wat schotel en een karaf goedkope Griekse slobberwijn en laten het uitstekende humeur weer tot ons toe. Heerlijk!

 

De volgende dag fietsen we naar Hamburg. De trail volgt het riviertje de Alster naar het centrum toe. Het riviertje ligt in een parkachtig dal, waardoor we maar weinig meekrijgen van het feit dat we een miljoenenstad binnenfietsen.

 

In het centrum van Hamburg kopen we eerst een groot gasblikje om de rest van de vakantie op te kunnen koken en vervolgens een lekkere lunch bij een Vietnamees restaurant. Er zijn geen campings hier en we willen toch ook wel iets van deze stad meekrijgen. Er zijn ongelooflijk veel hotels en in eerste instantie wilden we eerst rondfietsen om meer gevoel bij de stad en de verschillende wijken te krijgen. Het is echter best wel een warme dag en in de stad nog een paar graden meer. Dat rondfietsenzien we eigenlijk niet zo zitten en daarom schakelen we een hulplijn in en vragen vrienden die recent een citytrip naar Hamburg deden om advies. Op hun advies kunnen we de zoektocht beperken tot de wijken Aldstad en Neustad en vragen daar na bij welke hotels de fietsen veilig kunnen worden geparkeerd. Zodoende komen we terecht in een prachtig ruime kamer van Rubi Lotti Hotel & Bar waar de fietsen mee de kamer op mogen. 

 

De volgende ochtend ontbijten we bij een bakkertje om de hoek. Als we klaar zijn om te vertrekken voelt  Roelie dat haar voorband te weinig lucht heeft. We zijn nog nono's op tubeless gebied en een lege band zou volgens onze beperkte kennis niet moeten kunnen. Terwijl Harry z'n fiets fotografeert, zoekt Roelie op internet en besluit om wat extra lucht bij te pompen in de hoop dat een eventueel gaatje door de latex dan vanzelf weer dicht gaat. 

 

Op de route de stad uit zien we de tanzende türmen, de dansende torens boven de bomen van het park (waar overigens relatief veel zwervers overnachten).

 

Met één van de 5 of 6 liften op rij, waar per lift tig fietsers in, komen we diep onder de grond terecht. De tunnel loopt onder de Elbe door. Aan de overkant brengt eenzelfde grote lift ons en vele andere fietsers weer bovengronds waar we het industriële havengebied in fietsen. Daarna volgt de Turkse buitenwijk Harburg, een prachtig stadspark en een aantal buurtschapjes met huizen voor de beter bedeelden en vervolgens ligt de Lüneburger Heide voor ons.

 

De Lüneburger heide is een prachtige mooi natuurgebied dat veel wandelaars en fietsers trekt. Het is daarom oppassen geblazen voor ons, omdat we dat niet meer gewend zijn. Sterker nog, deze drukte is vrij uniek voor een natuurgebied. Het lukt ons in ieder geval wel om wat plaatjes te schieten zonder andere mensen erop.

 

De camping Lüneburger Heide met veel natuur, groen en ruimte heeft helaas geen plek voor ons. Dat slaat werkelijk waar helemaal nergens op. Maar de man achter de receptie zijn onvermurwbaar en denken niet graag mee. Als we terugfietsen naar de weg zien we rond de entree / uitgang genoeg plek om de tent neer te zetten en we besluiten toch terug naar de receptie te gaan om te vragen of we daar de tent mogen neerzetten. De dame die nu achter de receptie staat kijkt wel een beetje moeilijk maar slaat dan de kassa aan en vraagt om € 15. Die plek is de plukplek voor abrikozen, tevens hondentoilet en ligt naast de 'camper-stort-je stinkende-afval-water-er-maar-uit'-plek. Niet de beste plek, maar we zijn blij dat we niet nog weer verder moeten. Nog voor het donker wordt schuiven de tent van het veldje richting een bosstrook waar ook niemand last van ons zal hebben, maar wij ook niet verrast gaan worden door honden en hun baasjes. 

 

Een dag later fietsen we naar de fietsenmaker in Soltau om in hakkelend Duits navraag te doen naar het leeglopen van de tubeless voorband. De fietsenzaak is zo vroeg op de dag nog gesloten. Er is een cafeetje open en daar gaan we maar zitten wachten en koffiedrinken. We worden belaagd door wespen. Op de tafeltjes staan spuitbusjes water om de wespen weg te spuiten, maar die zijn daar maar weinig van onder de indruk en verkassen hooguit naar de mensen een tafeltje verderop. We komen er wederom zonder steken vanaf, maar de wespen lijkt wel een plaag te zijn in dit gebied. 

 

De fietsenmaker geeft ons een grote fietspomp. Met ons eigen handpompje hadden we al een poging gedaan en pruttelde er wat latex naar buiten. De dame van de fietsen zegt dat een gaatje daardoor inderdaad gedicht kan zijn, maar het kan ook van niet. We zullen er vanzelf achter komen.

 

Verderop vraagt een Duits echtpaar ons in het bos naar de weg waar wij vandaan komen. Wij komen uit Bergen en bij de volgende kruising valt het oog op een bordje Belsen. Bij Bergen Belsen gaan er direct rillingen door je lijf.  De wachthokjes op hoogte voor jagers voelen beklemmend aan. Niet ver van hier vonden meer dan 70.000 mensen de dood in het concentratiekamp. Zoveel leed en gruweldaden in deze mooie omgeving. 

 

We trappen verder door het bos waarbij Roelie opnieuw een probleem heeft met haar fiets. De trapper wil soms wat anders dan haar voet wil en probeert af en toe tegen te werken en haar voet er van af te drukken, een variant op armpje drukken. Gevolg is dat aan het eind van de middag de trapper eraf vliegt en uiteindelijk niet meer terug te plaatsen is. 

 

We staan op de camping bij het dorp Winsen en gelukkig kent het dorp een fietsenzaak. De volgende morgen blijkt dat die nieuwe trappers verkoopt en de fietsenmaker zet ze gratis op de fiets. De avond ervoor hadden we zitten grappen dat ze vast alleen maar van die zwarte trappers met reflectieplaatje hebben en ja hoor: de nieuwe trapper is zwart met een reflectieplaatje, maar gelukkig wel met de pinnetjes om een beetje grip te hebben. De voorband die nog steeds langzaam leegloopt, krijgt direct ook een beetje lucht om de dag mee door te komen. 

 

We hebben een natte tent in de tas en zijn van plan om in Hanover te overnachten. In een klein dorp bij een verlaten speeltuin zien we een hoge glijbaan en dat blijkt ideaal om de tent te laten drogen. Op dat moment komt bikepacker Eliot aanfietsen. Ook hij volgt de EDT al vanaf noord Noorwegen maar heeft veel overgeslagen omdat het eenzaam en saai is. Wij moeten bekennen, vanaf het noorden van Denemarken vinden wij de route ook wat eentonig en saai, uitzonderingen daargelaten. Hij gaat een alternatieve route zoeken naar zijn thuisland Zwitserland.

 

In Hannover aangekomen is de band echt al behoorlijk zacht en dat maakt het sturen wat lastiger. Dat is niet fijn op technische stukken, maar zeker ook niet in de stad met ander verkeer. We vinden een fietsenzaak met lovende reviews. De latex pruttelt inmiddels al even niet meer en er is een steentje te zien dat in de band prikt. De fietsenman adviseert om het steentje eruit te trekken. Het steentje heeft gelukkig maar een klein gaatje geprikt. De fietsenmaker giet een flesje latex in de band en het werkt. Het gaatje wordt gedicht en we kunnen onbezorgd verder. In Hannover vindt het zaadje wat Eliot gepland zijn weg en ook wij besluiten af te gaan wijken. Even iets anders dan de combinatie van asfaltwegen door agrarisch gebied en gravelwegen door productiebos. We besluiten dat we na Hamelen een andere weg inslaan.

 

Even voor Hamelen krijgen we eindelijk weer eens wat hoogtemeter te doen. Op de klim komen we nog een EDT-fietser tegen, de vrolijke Nederlander Dion met zijn hond Kesho. Hij heeft geen last van de eenzaamheid en saaiheid, maar geniet met volle teugen en gaat proberen de hele route te fietsen. Als er geklommen moet worden moet Kesho zelf lopen, bij het afdalen wacht de zetel in de trailer achter de fiets. Bovenop nemen we afscheid en we kijken ernaar uit om zijn avonturen op Insta te volgen. 

 

In Hamelen slaan we af en gaan de Weserradweg volgen. Campings in overvloed langs deze rivier waarvan het water wat lager staat dan normaal. In het nieuws wordt veel gesproken over de droogte, maar nu is het voor ons voor het eerst zichtbaar. Het fietsen langs een rivier is inderdaad echt wel even anders dan de EDT. 

 

Verschillende keren zien we dat een veer naar de overkant van de rivier de Weser vanwege het te lage water niet vaart. Zo ook de veerboot die we hadden bedacht naar een supermarkt van het dorp Bodenfelde. Niet erg want een paar kilometer verder is er nog een pont en die vaart wel. Die pont is bijzonder. Via een kabel wordt de pont eerst stroomopwaarts getrokken om daarna door de stroming naar de overkant geduwd te worden. Simpel maar ook vernuftig. 

 

 De camping van Gieselwerder ligt een paar kilometer na de supermarkt van Bodenfelder en we krijgen een mooi plekje aan de rand van de camping en met uitzicht op de rivier. 

 

Het duurt de volgende ochtend even voordat we iets van de omgeving kunnen zien. De mist is dicht en lost maar moeizaam op. De droogte komt dus wel met dauw en de tent is weer kletsnat in de tas gestopt. 

 

Al enige tijd zijn we nieuwsgierig naar de naam va het stadje dat voor ons ligt; Hann. Münden. Waar staat die Hann. voor? Dat blijkt Hannover te zijn. Zo spannend is het niet, maar het is bijzonder dat het op iedere kaart en ieder verkeersbord afgekort wordt. Op het marktje van Hann. Munden drinken we een rustig een cappuccino. Het zoete hapje dat erbij zat hebben in mindere rust opgevorkt terwijl de wespen massaal een attack uitvoerden om iets van de zoetigheid te pakken. 

 

De man naast ons zit en een kop koffie drinkt zonder iets zoets, vertelt dat Hann. voor Hannover staat. Hij vertelt vol enthousiasme dat ons een groot geluk staat te wachten. In Kassel is namelijk nu de wereldberoemde Documenta, de tentoonstelling van moderne kunst. Roelie pluist uit wat en waar en stelt voor om een klein ronde door Kassel te maken. Harry wil niet: het is heet en we hebben een vrij lange etappe voor de boeg. Zoals zo vaak slaat de twijfel toe: als we de moeite doen, zal het dat niet waard zijn, als we het aan ons voorbij laten gaan, missen we misschien iets spectaculairs. Kassels Friedrichsplatz is het centrum van het festival en blijkt maar een hele korte detour, dus we besluiten te gaan. Daar treffen een heel groot uitgedroogd grasveld en plukjes mensen. Er is weinig aan kunst te zien en we fietsen snel door.  

 

In Hann. Münden hebben we de rivier de Weser achter ons gelaten en zijn langs de Fulda gefietst. Even voorbij Kessel verlaten we ook de Fulda en volgen we de rivier Eder. Langs dit deel van de Eder zijn beduidend minder campings dan eerder langs de Weser. Pas bij de Edersee wordt dat gecompenseerd met een overdaad aan campings, maar de Edersee is veel te ver. We hebben een huis gevonden die in de tuin kanoërs en fietsers laat kamperen en zelfs ook iets van ontbijt aanbiedt. Helaas blijken we de enige te zijn. Er is niemand thuis en een voorbijganger vermoed dat ze ook niet thuis gaan komen. Er is geen andere camping in de buurt, zelf geen hotelletje. We hebben er al 105 km opzitten vandaag maar er zit niets anders op dan door te fietsen naar Fritzlar, een stadje 15 kilometer verderop. 

 

In het centrum van Fritzlar vinden we een heerlijk hotel. Wenemen het ervan en gaan we naar een supergoed Indiaas restaurant en wandelen daarna door het prachtige oude stadje met een rijke geschiedenis. Zo'n 15 eeuwen geleden stichtte Bonifatius het stadje door de heilige boom van de Chatten om te hakken en daar een kerk mee te bouwen. Toen hem nadien geen onheil trof, had hij bewezen dat de goden van de Chatten niet bestonden en bekeerden men zich tot het Christendom. Fritzlar groeide uit tot een religieus oord en speelde in menig oorlog een rol. De historische marktplatz omringd door de oude vakwerkhuizen is wunderschön. Wij  drinken er nog een glaasje wijn op een terrasje en ronden een zware dag af.

 

De Edersee is weg. De Edersee is een stuwmeer. Omdat de stroomafwaarts gelegen rivier de Weser een functie heeft voor binnenvaart, moet er daar voldoende water zijn. Om dat daar te krijgen, wordt het water uit het stuwmeer gebruik. Het  lege meer geeft een mistroostig gevoel. In een mini zijmeertje happen vissen in paniek naar adem. De anders drijvende steigers liggen op de bodem. Alle boten zijn uit het meer gehaald. De rondvaartboot meert normaal aan waar Harry staat. 

 

Wij fietsen de reeks aan campings voorbij en dat doen we met plezier, want het zijn allemaal van die hutjemutje-vaste-standplaatsen-campings. Los van de droogte en het weemoedige gevoel is de fietsroute door het bos langs de Edersee mooi. De fietsroute langs de Eder was dat tot dusver niet. Na de Edersee wordt helaas de route weer minder mooi. Op een lang rechts stuk fietspad horen we een onbekend geluid, een luide tik en eenmalig. Als Roelie even later achter Harry fietst en ziet dat zijn achterwiel een slag heeft, vermoeden we waar het geluid vandaag komt: een gebroken spaak. We hebben mazzel: slecht vijf kilometer verderop is een fietsenzaak en de mecanicien heeft tijd om de spaak direct te wisselen. Ongevraagd zit hij ook aan Harry's derailleur te draaien, die die niet in de kleinste versnelling kan. Hij zegt dat Harry even een rondje moet maken om de afstelling te testen. Tot onze grote verbazing heeft hij de juiste instelling gevonden waarvan eerdere mecaniciens zeiden dat het onmogelijk is. Veel hoogtemeters maken we niet meer, maar de Duisters maken soms onmogelijk steile stukjes fietspad, dus het is toch fijn.

 

We overnachten weer eens op een camping met slechte cijfers op Google. De eigenaar was alcoholist en zorgde slecht voor de camping en voor zichzelf. Hij is overleden en zijn zoon heeft naast de camping ook de schulden geërfd. Er moet nog flink geïnvesteerd worden, maar geld is er niet. We vinden een mooi plekje aan de Eder op een tentenveld (waar een caravan staat). Harry heeft mazzel met een warme douche. Roelie heeft minder geluk en krijgt geen warm water meer. Via Google wisten we dat die kans groot was. Later komen er meer fietsers en staan er meer tenten op het tentenveld.

 

Eén van de fietsers woont in het nabijgelegen Siegen. Hij fiets met z'n vriendin naar de Edersee om wat te gaan zwemmen. Wij waarschuwen hem dat er wat weinig water is. Hij adviseert ons om de Eder route even verderop  te verlaten en door te steken richting Olpe. Hij helpt ons aan een ruwe nieuwe route. Als we de volgende ochtend willen verstrekken staat Roelie band plat. We proberen wat we kunnen met ons kleine pompje maar de latex gaat niet sputteren en de band loopt weer langzaam leeg. Daar durven we niet mee te vertrekken en dan steeds weer bij pompen. De volgende fietsenzaak is ver weg. Terug naar de zaak waar we gisteren zijn geweest dan maar. Eén van de vaste gasten van de camping biedt aan om ons met de auto en het wiel te brengen. Hij moet toch wat boodschappen doen. Dezelfde mecanicien als de dag ervoor helpt ons en hij stopt een flesje latex in de band. Er zat inderdaad geen druppel meer in. Met de auto keren we terug naar de fietsen, we bedanken de vriendelijke Duitser en kunnen dan ook eindelijk vertrekken. De campings in de buurt van Olpe bij de Biggesee zijn dan niet meer te bereiken, maar we vinden wel iets.

 

We slaan af zoals door de Siegenaar aanbevolen. We klimmen gestaag een heuvel op en krijgen een uitzicht op het Sauerland. Winterberg, een voor Nederlanders bekende plek om te gaan skien, ligt een stukje noordelijker en ook in de afdaling fietsen we een piste met skihut voor een kabelbaantje voorbij.   

 

Misschien viel het al op bij de vorige foto: de verdorde bomen. Duitsland kampt naast de droogte met een ander natuurprobleem: de schorskever. We kennen dat krengetje al van toen we de Great Divide fietsen. Ook in de USA heeft dit super kleine beestje gigantische bossen aangetast. Hij teistert nu dus ook de bossen van Duitsland. 

Het is pas augustus en vanwege de droogte laten deze kastanjebomen de bladeren vallen in de strijd om te overleven. 

Water! De Rijn blijkt nog voldoende water te hebben en een veerboot brengt ons naar de overkant. Het is nog vroeg maar al wel weer flink heet. We hebben besloten de kortste route te pakken naar huis en zijn vroeg in de ochtend begonnen in de hoop Venlo te halen. Rond Venlo vinden we geen camping. Het blijkt ook net even te ver te zijn voor deze hete dag. We vinden via Airbnb een kamer met airco ergens op het platteland net voor de grens. Nog één keer barbecuen, nog één keer slapen (in een heus waterbed) en nog één laatste etappe en dat zit deze reis erop. Terugblikken dan maar!

 

Duitsland staat bekend als hoog ontwikkeld land. Opvallend was het aantal zwervers in Hamburg. Opvallend is ook het gebruik van cash geld. De winkels zijn op zaterdagmiddag en zondag gesloten. Het lijkt een stap terug in de tijd. We zien veel mensen roken en de automaten op de hoek maken de verkrijgbaarheid laagdrempelig. In de restaurants ligt de nadruk op (veel) vlees. We zien minder elektrische autos's en eer elektrische fietsen. Mannen fietsen, wandelen en tuinieren graag in de blote bast vaak met een gebruinde bierbuik. Spoorbomen gaan al 5 minuten voordat een trein langskomt naar beneden. Bij één overgang moesten we zelf bellen om te vragen of de slagboom omhoog mocht. Helaas kregen we geen gehoor en zijn we met de bepakte fietsen onder de slagbomen door gegaan. 

 

Van lekker Engels schakelen we over naar hakkelend Duits. Mondkapjes zijn in Nederland, Noorwegen en Scandinavië niet meer verplicht en niet meer te zien. In Duitsland is het mondkapje nog verplicht in het openbaar vervoer en in sommige winkels, waarbij een enkele keer eisen worden gesteld aan het type. Ook in winkels zonder verplichting draagt een kwart van de klanten een mondkapje, 

 

Het deel van Duitsland waar we doorheen zij gefietst, kenden we beide niet. We hebben hele leuke maar ook hele saaie stukken gefietst. Misschien hadden we achteraf gezien de EDT bij Hamelen niet moeten verlaten. Er zijn veel te veel camperplaatsen en op de weinige campings zijn er te veel plaatsen voor vaste gasten. Dat maakt het kamperen iets minder leuk. De afwisselende landschappen, historische stadjes en die ene uitstekende mecanicien maakten er toch weer een onvergetelijke reis van.